Alle betrokken marktpartijen streven er naar om de rol van de taxateur prominenter te laten worden en er zo voor te zorgen dat het vertrouwen van opdrachtgevers in het door de taxateur geleverde product sterk wordt verbeterd. De expertise van de taxateur staat voorop en dat moet een onmisbare schakel blijven in de financiële keten.
Daarom is op 1 juli 2015 door STenV de geheel vernieuwde modelwaarde systematiek geïntroduceerd, waarin uw vakinhoudelijke kennis en lokale marktbekendheid duidelijker naar voren komt en aan de basis staat van de door u vastgestelde marktwaarde. De gebruikte referentieobjecten, welke hebben geleid tot de getaxeerde marktwaarde, worden voortaan altijd door u toegevoegd. Deze referentieobjecten ondersteunen tezamen met uw toelichting de getaxeerde marktwaarde van het object. In een later stadium worden deze referentieobjecten aangevuld met de referentieobjecten van de modelwaardeleveranciers.
Naar aanleiding van deze gewijzigde systematiek zijn de Validatie Instituten direct op zoek gegaan naar methodes om het toevoegen van referentieobjecten voor u makkelijk te maken. Niet alle methodes zijn echter even wenselijk. Uw expertise en marktkennis moet immers voorop blijven staan. STenV heeft daarom middels een recent schrijven duidelijk gemaakt aan de validatie-instituten wat wel en niet is toegestaan om de taxateur van dienst te zijn.
U staat pal voor uw vak. Wij begrijpen als geen ander dat u de kerngegevens van de door u geselecteerde objecten niet altijd paraat heeft en dat hoeft ook niet als deze objecten al een keer in het verleden zijn aangeleverd, hetzij door uzelf, uw kantoorgenoten of door derden. Daarom heeft het NWWI ervoor gezorgd dat uw archiefkast op orde is gebracht, want een goed opgebouwde database is van grote waarde.
Middels de knop “Archief” bij onderdeel Q zijn deze referentieobjecten toegankelijk gemaakt voor gebruik van het onderhanden zijnde taxatierapport. U selecteert op basis van de kenmerken van het getaxeerde object uit uw eigen database dus vergelijkbare referentieobjecten. U kunt vervolgens een keuze maken uit een lijst van objecten. De eerste 26 objecten uit de lijst, voorzien van een (Google) foto, worden getoond middels een letteraanduiding op Google Maps qua ligging ten opzichte van het te taxeren pand. De rest van de lijst met de overige objecten wijst zichzelf. De lijstvolgorde wordt bepaald door de afstand ten opzichte van het te taxeren object, waarbij de dichtstbijzijnde bovenaan in de lijst staat.
Zijn er te weinig vergelijkbare panden, dan kunt u altijd nog een beroep doen op de “historische” database van uw brancheorganisatie of het Kadaster.
Let op: Heeft u al een database elders opgebouwd dan kunt u deze simpel via een vastomlijnde Excelsheet uploaden in het “Archief”. Raadpleeg hiervoor de knop “Import”.