Indien u als taxateur niet in het object kunt komen ondanks alle mogelijke moeite, beschrijft u in hoofdstuk K. het volgende:
Situatie 1:
Als de opdrachtgever (geldverstrekker) in de opdracht heeft aangegeven wie de eigenaar is en waar hij woont dan vult de taxateur het volgende in:
Bron bij K.1. is ‘Geldverstrekker / opdrachtgever’
K.1.a.: Ja
K.1.b.: Nee
K.1.c.: Ja
K.3.: Ja, toelichting van de taxateur dat niet binnen is geweest en dat de informatie die in K.1. is gegeven niet door hem gecontroleerd kunnen worden.
Situatie 2:
Als de opdrachtgever hier onvoldoende informatie over kan verschaffen en er zijn geen anderen die deze informatie kunnen gegeven dan vult de taxateur in:
Bron bij K.1. is ‘Taxateur’
K.1.a.: Nee, uitleg dat dit onbekend is omdat de taxateur niet binnen kan komen
K.1.b.: Ja, uitleg dat dit onbekend is omdat de taxateur niet binnen kan komen
K.1.c.: Nee, de eigenaar is niet bereikt waardoor hierover geen duidelijkheid kan worden gegeven
K.3.: Nee (Taxateur is immers bron bij K.1. en zal dus niet afwijken van zijn eigen verhaal)
Uitgangspunt blijft dat de taxateur goed nadenkt welke informatie hem ter beschikking staat en hoe hij dit in het rapport invult.